Overig

Op grond waarvan komt het advies van de basisschool tot stand op welk niveau van het VO een leerling het beste past?

Leidend hierbij zijn de resultaten die een leerling behaalt op de citotoetsen van groep 6, 7 en 8. Hierop wordt de basisschool ook bevraagd door de voortgezet onderwijs scholen. Het meest zwaarwegend zijn de resultaten van rekenen en begrijpend lezen. Deze toetsresultaten zeggen namelijk het meeste over het inzicht wat de leerling heeft en zijn de beste voorspeller van toekomstige leerresultaten.

Verder worden ook andere factoren meegenomen zoals concentratie, doorzettingsvermogen, interesse en leerhouding. Ook deze spelen een belangrijke rol bij de keuze op welk niveau de leerling het beste tot zijn recht komt.

De eindtoets die wordt afgenomen (in ons geval de IEP) is een check om te kijken of deze overeenkomt met het advies dat door de leerkracht is gegeven. Als de resultaten lager uitvallen is dit geen reden om het advies aan te passen. Valt het resultaat hoger uit dan kan dat een aanleiding zijn om het advies te heroverwegen. Het eindoordeel blijft aan de leerkracht. Deze heeft namelijk ook zicht op bovengenoemde factoren die met een toets niet te meten zijn.

Een leerkracht neemt deze beslissing nooit alleen. Er vindt altijd overleg plaats met de IB er die de leerling alle schooljaren door gevolgd heeft, en zo nodig  met leerkrachten die de leerling eerder in de klas gehad hebben. Het advies wat daaruit voortvloeit wordt  uiteraard ook met u als ouders besproken.

Waarom wordt er weleens gefilmd in de klas?

Het kan gebeuren dat een leerkracht een vraag heeft wat betreft de interactie tussen zichzelf en de klas. Of de interactie tussen zichzelf en een groepje leerlingen. Samen wordt er dan een hulpvraag geformuleerd en komt de coach een keer of 3 filmen. Na elke filmsessie worden er stukjes uit de film bekeken. Samen gaan we dan ontdekken wat goed ging en hoe je dat op andere momenten kunt inzetten of versterken. Het gaat dus altijd om reflectie materiaal voor de leerkracht.

Wat bedoelen we met kindgesprekken?

Op onze school houden we kindgesprekken. Dit houdt in dat de leerkracht twee keer per schooljaar met ieder kind uit de groep individueel een gesprekje voert. In het eerste gesprek wordt aandacht gegeven aan het welbevinden van het kind . Wat beweegt hem/haar, hoe voelt hij/zij zich in de groep?  In het tweede gesprek gaat het vooral om: wat zijn je resultaten, waar wil je naar toe en wat heb je daarvoor nodig? Op deze manier hopen we onze leerlingen (nog) beter te leren kennen en ze zo goed mogelijk te kunnen begeleiden.

Deze gesprekken voeren we mede in het kader van ons  veiligheidsplan. We willen iedere leerling een veilige plek op school bieden en hopen hiermee nog beter te anticiperen op eventueel pestgedrag.

Met sprongen vooruit
De spelmaterialen

Met Sprongen Vooruit is de naam van de vakdidactische reken- wiskundecursussen die zijn ontwikkeld door dr. Julie Menne. De meeste van onze collega’s hebben deze cursus inmiddels gevolgd. De cursussen zijn er voor de groepen 1-2, 3,-4, 5-6 en 7-8. In de cursus hebben we geleerd hoe we op een leuke manier kunnen werken aan onze rekendoelen.

In iedere groep is een kist met spelmaterialen aanwezig. Die materialen worden regelmatig ingezet. Zo leren de leerlingen op een speelse manier rekenen. Deze methode zetten we in naast onze gewone rekenmethode. Meerdere collega’s zetten de spelmaterialen op de planbord les. Zo oefenen de kinderen naast de gewone lessen regelmatig extra aan de leerdoelen rekenen.

Ook heeft iedere groep een Rekenspellenboek. Die spellen kunnen gebruikt worden tijdens de inleiding van een rekenles. Daarnaast is er een kopieermap waar ook extra werkbladen uit gehaald kunnen worden. We merken dat deze methode goed aansluit bij onze rekenmethode. Het is voor leerlingen leuk om op een speelse manier bezig te zijn met de rekendoelen.