Wees klaar om te gaan.

Morgen is het schoolreisje! Yes! Met veel kabaal komt de groep om kwart voor negen de gang in, hevig discussiërend wie er morgen in de dubbeldekkerbus bovenin mag zitten. ‘Ja, want groep 6 zegt dat er zo’n bus komt en zíj willen bovenin. Mogen wij dan op de terugweg? ‘  ‘Juf, en ik heb wagenziekte’ ‘ Ik ook!’ ‘Ik ook!’.  

Als de klas tenslotte rustig op de plaats zit, schrijf ik het woord ‘wagenziekte’ op het bord.  Er blijken maar liefst zeven kinderen te zijn die beslist voorin moeten zitten. Nou, hoe kunnen we dat oplossen? Of moeten maar een heeeele brede bus vragen… We besluiten samen dat we zo nodig wisselen van plaats als iemand echt misselijk wordt.  
En die dubbeldekkerbus? Ach, die groep 6 roept maar wat… we weten nog niet eens wat voor een bus er komt!  
Als de rust is weergekeerd, gaan we beginnen met deze dag.

Er wordt goed geluisterd naar het Bijbelverhaal, hoewel de meesten het al kunnen dromen.. De tiende plaag! Het bloed aan de deur.  De uittocht uit het slavenhuis Egypte! De kist met het lichaam van Jozef gaat mee. De leiding van God door middel van de wolkkolom is zichtbaar voor heel het volk. En dan… komt het volk klem te zitten vlak voor de Rode zee. Ze beschuldigen Mozes heftig. Maar hij kalmeert hen ‘Stil toch mensen! God zal voor jullie strijden! Mozes loopt met zijn staf richting de zee…’ Er wordt deze morgen hard gewerkt. Iedereen zet zijn beste beentje voor.  
 
Morgen is het schoolreisje.  We hebben er zo’n zin in. We moeten dan allemaal de groene t-shirts aan met de naam van de school erop. Aan het eind van deze morgen worden ze alvast uitgedeeld. Sommige kinderen ruiken er eens misprijzend aan… Mwah! Het is niet met mama’s wasmiddel gewassen! Ha, ik ben benieuwd of er nog moeders zijn die het shirt vanmiddag opnieuw willen wassen. Ze gaan eerst maar eens mee in de tas naar huis.  

Tot morgen allemaal!
Tot morgen juf!